Geen seconde voor mezelf dus?

Bedankt voor al jullie lieve en begripvolle en ‘wij-kunnen-wel-wachten’-reacties. Maar de drang om te schrijven blijft....

Bedankt voor al jullie lieve en begripvolle en ‘wij-kunnen-wel-wachten’-reacties. Maar de drang om te schrijven blijft. En het continue schuldgevoel. Dus hier dan toch een stukje, lang genoeg
om de afgelopen dagen mee in te halen.

Zondag. Pier is weg. Papier prikken, als overblijfsel van een mooie herinnering: het festival dat hij de dag daarvoor gepresenteerd heeft.
Ik heb in mijn eentje een pasgeboren baby en een peuter van 2 om me heen. Kon ik ‘vroeger’ ’s ochtends nog wel eens een stukje schrijven, nu komt het er écht niet van. En niet omdat ik dan sloom op de bank zit of iets relaxt doe, of alleen maar van mijn baby’tje aan het genieten ben zoals iedereen kennelijk maar denkt, maar gewoon omdat ik continu bezig ben, met verzorgen. Dat ik even heb kunnen douchen, moet ik dan al als de grootste luxe van het moederschap zien. (Hoe mensen met drie of meer kinderen dat doen is me écht een raadsel…)

Het gaat goed hoor, echt, maar sommige momenten… Nou ja, laat ik niet te lang doorzeuren en het stukje maar gewoon het toetsenbord in ‘rammen’ (voor zover dat gaat met een drinkende Jippe op mijn arm).

Zaterdag. Pier is in de ban van het jaarlijkse Sunny Court festival hier in de buurt. Ik mag hem niet storen, want hij zit net in zijn ‘flow’. Begrijpelijk, ik heb ook van die momenten, maar makkelijk is anders.
Hij maakt aantekeningen. Is de presentator van het hele muzikale gebeuren. En dus sluit hij zich af voor alles om hem heen. Wat ondertussen wel gewoon door gaat.

Poepen bijvoorbeeld. Ik was écht vergeten dat pasgeboren baby’tjes bij élke verschoning, om de haverklap dus, een poepluier hebben. En ook vooral net ná een verschoning. Zodra die tepel in hun mond zit, schiet de boel naar buiten: prrrrrttt! Weer een luier vol.
Voeden, ook zoiets. Dat is niet een kwestie van drie maal daags een maaltijd, nee, elke twee, drie uur is het raak. Vaak ook na een uur al weer. En alleen als je geluk hebt, zit er eens vier uur tussen. Bofkonten wier kindje het langer op een voeding uithoudt. (Een beetje rekenen maakt dat ik dik vijf uur per etmaal aan het voeden ben!)

Spugen dan. Ook dat deed Bo volgens mij maar zelden. Jippe is er een ster in. Naar voren, naar achteren, opzij, het nekje in, tussen de plooitjes, over zijn kleertjes, over mama’s kleren. De bank, het bed, het boxkleed… net hoe het uitkomt.
Soms laat ik het even, anders blíjf je bezig, maar dat zurige is ook niet echt lekker, dus… schone kleren aan maar weer. En dat is nog een heel gefriemel met die kleine broze armpjes en beentjes; dat hoofdje dat nog niet helemaal stevig op dat nekje staat, en die fontanelletjes die je als je niet uitkijkt zo indrukt… (Lang leve de overslag- en de stretchrompertjes!)

En dan is Bo er natuurlijk ook nog. Die eigenlijk nog veel meer aandacht vraagt dan een baby. Boterhammen smeren, haren kammen, tandjes poetsen, tillen, troosten, knuffelen, helpen, voorlezen, ‘niet doen’, ‘afblijven’ en ‘voorzichtig’ zeggen, maar vooral ook ‘ja, dat is lief van jou’, ‘je bent een schatje’, en ‘goed gedaan!’

Dan Jippe weer troosten, want ‘die ligt daar dan maar’ en wederom voeden. En weer spugen (Jippe dus, niet ik). Wassen, opruimen, boodschappen doen, weer voeden en nog maar eens spugen (Jippe weer), en met een beetje pech weer andere kleren aan. (Niet alleen Jippe, maar ook ik zelf, ook al is het iets voor ‘gewoon in huis’).

Ja, zo blijf je van de straat hè? Want buiten komen is al helemaal een prestatie. Nu begrijp ik die ene scène van Brigit Kaandorp pas goed.
Kon het me wel indenken en moest er altijd vreselijk om lachen, maar nu snap ik het pas écht. Met eentje valt het al niet altijd mee, met twee kom je helemáál niet weg. En dan is het nog niet eens winter, als ‘het’ allemaal nog acht keer zo goed moet worden ingepakt en zo. (Zowel zaterdag als zondag als maandag, duurde het tot 4 uur, half 5, voordat ik eindelijk kans zag de deur uit te gaan! Maar zaterdagmiddag dan wel met twee kinderen, één in de draagdoek en één in de buggy, met de tram. Naar de stad. Operatie Hema zullen we maar zeggen.
Expeditie geslaagd. Ik was best trots op mezelf.)

O ja, en zaterdagmorgen dan. Dat zou ik bijna al vergeten…
Stond ik na weer een flink gebroken nacht om kwart over zeven ‘s ochtends newborn Jippe al in bad te doen. Had hij niet alleen zijn billen, balzakje, piemeltje en luiertje ondergepoept, nee, ook zijn romper, broekje, onderlakentje, molton én matrasje moesten het ontgelden. Daar ben je dan echt blij om, zeker als de dag nog niet eens goed en wel begonnen is.
Maar als hij dan weer zo van zijn badje geniet, helemaal stil wordt van het warme water om hem heen, en die oogjes die je dan aankijken, dan voel je die moeheid ook even niet. Dan is alles goed zo.
Voor even dan, want dat vieze matrasje ligt er daarna natuurlijk nog wel…

En schreef ik laatst dat ik die kleine piemeltjes nog wat onhandig vind, het balzakje is eigenlijk nog veel onhandiger. Daar komt dus niet alleen poep óp, maar vooral ook ónder. Hoe hij het doet, weet ik niet, maar tussen elk plooitje, geultje en rimpeltje komt gele poep.
De billendoekjesfabrikanten zullen blij met ons zijn.

Als je hem verschoont, plant hij standaard zijn voetjes in de poep, nog voordat je dat hebt kunnen voorkomen. Zeker omdat je je dan net weer op dat piemeltje concentreerde, een piemeltje dat niet net moet gaan plassen. Want plassen kan zo’n piemeltje! En nooit de kant op die je verwacht. Want wat dat betreft is het net een volautomatische sproei-installatie.
Als je tóch dacht die voetjes omhoog te kunnen houden, dan zit je hand al snel onder de poep die nog aan de luier zat. Ook al had je die snel dubbel geklapt. Er zit op de een of andere manier dan altijd net weer iets wat nog aan de billetjes zat toch ineens weer aan de dubbelgeklapte luier. Tja, en voor je het weet zit dan eigenlijk alles onder. Ik weet niet hoe, maar het gebeurt. En dan ben ik echt niet zo onhandig hoor.
(En zoals ik al zei: met Bo had ik dat nooit. Of is het geheugen van een moeder zo slecht dat ik dat gewoon allemaal vergeten ben?)

Om het feest dan nog compleet te maken trek je dan natuurlijk nét het allerlaatste billendoekje uit de doos (dat merk je altijd meteen, want de doos komt dan mee omhoog) en ook al heb je nog ergens extra pakken klaarliggen (ja, ik koop ze altijd in de aanbieding, zes pakken voor nog geen tientje), je bent dan altijd net te laat.

Serieus, zo gáát het. Ik overdrijf echt niet. Dit zijn heel alledaagse taferelen. En dan leven wij nog in een tijdperk met Pampers en wasmachines.
Een enkele keer gaat het soepel, maar meestal… pffft! Nee, dan is een luier van Bo verschonen een stuk eenvoudiger. Maar die is inmiddels aan het zindelijk worden toe en dus laat ik haar nu heel af en toe bloot lopen. Van de week plaste ze op het potje. Joehoe! Maar ook vier keer elders in de kamer. En daar loop ik dan, met een kind op mijn ene arm, zuigend aan de borst, en doekjes en keukenrol in mijn ander hand om alle plas snel van de houten vloer te vegen…

Terugkomend bij Jippe… Dat ernaast poepen. Bijna élke keer is het raak. Weer een romper die niet meer schoon te krijgen is. Vind je het gek met die spuitpoep? Die luiers sluiten gewoon voor geen meter aan als ze nog zo klein zijn. Net als bij Bo dan maar de prematuur-luiertjes geprobeerd, maar die zijn het ook net niet. En die leuk-bedacht-en-dus-besteld maar-hier-nog-niet-werkende Pee-pee Teepee blijft ook al nooit om dat ieniemienie piemeltje zitten.

Tja, en zo komt het dat het dan al middag is en ik nog steeds geen seconde voor mezelf heb gehad. Steeds als ik denk ‘nú ga ik even achter de pc’ is er weer iets dat roet in het eten gooit. Ook al hoef je alleen maar ‘even’ iets af te maken.
Dat de logjes die ik beloofd heb en die ik zo graag nog wil schrijven (over het geboortekaartje, de naam, Bo en Jippe samen en het bevallingsverslag natuurlijk!) er maar niet van komen, knaagt aan me. Het enige wat ik dit weekend heb kunnen doen, is een paar mailtjes beantwoorden. That’s it. Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar het is écht zo.

Hiep hoi, ik ben moeder van twee kinderen!

‘Een jongetje en een meisje, wat een rijkdom!’ hoor je dan steeds en staat op heel veel kaartjes die hier in de kamer hangen. En ja, ik voel me gezegend, bof dat het me gegund is, en ben écht heel blij dat ik nog een kindje heb gekregen (eerlijk waar, dat besef ik echt, ik ben een geluksvogel, ben tientallen keren per dag vertederd en voel de liefde dan echt door mijn lijf stromen), maar een handleiding hoe je het allemaal moet doen zonder er zelf aan onder door te gaan krijg je er niet bij.
En rijkdom of niet, tijdgebrek voelt als armoede.

Plots maakt Jippe een grappig geluidje. Bo en ik lachen erom.
Ze geeft hem een kusje.
En dan? Dan ben ik weer de gelukkigste moeder op aarde.
Sterker nog: ik stráál. Zeggen anderen. Ondanks de wallen.
Ondanks de gebroken nachten. Ondanks het tijdgebrek.
Ondanks de poep- en spuugsores.

En om het allemaal uiteindelijk nog ‘zoeter’ te maken: we hebben net drie heerlijke uren op het strand doorgebracht. Wat een fantastisch nazomerweer. Gegeten bij een strandtent, gezellig met Bo erbij; en Jippe, heerlijk slapend in de wagen. De zon, de zee, een visje en een alcoholvrij biertje.
Relaxte momenten met twee kinderen.
Het kán wel.

Laatste nieuws